Communicatie is een basisbehoefte voor de mensheid. Hoewel dit waar is voor de mensheid in het algemeen, is de behoefte aan communicatie zo mogelijk nog frappanter voor gehandicapten. Het is eveneens waar dat computers een steeds grotere rol spelen als communicatie-apparaat. Gehandicapten zijn in dit zich voltrekkende proces nochtans in het nadeel gesteld. Vooral motorische stoornissen zorgen voor problemen bij het gebruik van standaar invoerapparaten en maken het gebruik van de computer moeilijk en dus traag. Bijvoorbeeld, terwijl niet-gehandicapte schrijvers een aanslagsnelheid halen van 200 tot 300 karakters per minuut, is die snelheid voor gehandicapten die het toetsenbord gebruiken d.m.v. een mondstokje niet hoger dan 75 à 120 karakters per minuut. Voor een gebruiker met een simpele schakelaar daalt dit nog eens tot 3 à 10 karakters per minuut. Motorische stoornissen gaan vaak samen met articulatiemoeilijkheden. Bijgevolg zullen alternatieve methodes zoals spraakherkenning als invoer dit probleem voor die gebruikers niet oplossen. Het voorstellen van methodes om de invoersnelheid via het toetsenbord te versnellen is dus een betere manier. Dit is dan ook de strategie die gekozen werd in het FASTY project.